Doe niet net alsof alles bij het oude kan blijven
Ziekenhuizen
die failliet gaan of locaties sluiten, afdelingen verloskunde die sluiten,
lange wachtlijsten
voor oogartsen en kaakchirurgen en medicijnen die steeds schaarser
worden. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat je aan de goden bent
overgeleverd als je in Nederland zorg nodig hebt. Niets is minder waar. Nederland
kent al jaren een van de beste zorgstelsels ter wereld, zelfs het beste
van Europa. Nederlandse patiënten liggen het kortst
in het ziekenhuis van alle Europeanen. En voor het eerst in jaren daalt
het aantal klinische ziekenhuisopnames.
Zorg op de juiste plek
Die
ontwikkelingen passen in een trend van zorg op de juiste plek. We worden
allemaal ouder en daarmee verandert onze zorgvraag. We worden minder
afhankelijk van ziekenhuizen en hebben meer behoefte aan zorg dichtbij huis.
Huisartsen krijgen een belangrijkere rol en dokters hoeven poliklinische
spreekuren lang niet altijd meer uit te voeren in het ziekenhuis. Dat kan
bijvoorbeeld ook in een verzorgingshuis of op een andere plek dichtbij de
patiënt.
Ondertussen
neemt de kwaliteit van (complexe) zorg verder toe: we kunnen steeds meer en met
minder complicaties en met kortere herstelperiodes. Dat kan onder andere
doordat dokters zichzelf volumenormen stellen waar ze aan moeten voldoen.
Artsen en verpleegkundigen hebben baat bij oefening en routine. Voor complexe
zorg betekent dat: concentratie van ingrepen die een patiënt doorgaans maar één
keer in een leven ondergaat op een beperkt aantal plekken.
Werkt de markt?
Is er dan
niets aan de hand met ons zorgstelsel? Zeker wel. Zoals bij alle transities
botsen verwachtingen van patiënten met de veranderende werkelijkheid. We
verwachten allemaal de beste zorg in het ziekenhuis om de hoek waarmee we een
emotionele band hebben. En dat kan niet altijd (meer). Daarnaast krijgen ziekenhuizen in het huidige systeem
onvoldoende prikkels voor preventie. Ze worden immers betaald voor een
behandeling, niet om een behandeling te voorkomen.
Bovendien
zijn er voor sommige specialismen simpelweg te weinig artsen in Nederland. Het
is inderdaad niet te accepteren dat op sommige plekken een thuisbevalling niet
meer mogelijk is omdat er geen kinderarts binnen 45 minuten rijden voorhanden
is. Het tekort aan oogartsen maakt dat de wachttijd soms onacceptabel lang is.
De markt werkt onvoldoende.
Een
discussie over die tekorten en de toekomstige organisatie van onze
ziekenhuiszorg is keihard nodig. En daarbij is de vraag terecht of marktwerking
in de zorg niet te ver is doorgeslagen. Maar net doen alsof alles bij het oude
kan blijven is volksverlakkerij. We zullen er aan moeten wennen dat de zorg
verandert. Sterker: dat is maar goed ook. Alleen op die manier zijn we in
staat in de toekomst de zorg te leveren die ook echt nodig is.
Goed, bereikbaar en betaalbaar
Bij die
discussie moet echt verder worden gekeken dan het veranderende zorgaanbod te
vergelijken met ‘hoe het vroeger was’. De zorg moet goed, bereikbaar en betaalbaar
blijven. Dat betekent inderdaad dat je voor een bevalling soms naar de andere
kant van de stad moet rijden. Of voor een oogarts naar een andere stad. Het is
de prijs die we als zorgconsumenten betalen voor het kwalitatief beste zorg.
Zonder dat de zorgpremie jaarlijks verdubbelt.
Het vraagt
van journalisten en politici zich te verdiepen in de complexiteit van de
(zieken)huiszorg. Alleen maar aandacht besteden aan het populistische en
gemakkelijke standpunt dat de ‘marktwerking heeft gefaald’ en dat ‘alles bij
het oude moeten blijven’ helpt niet. Het blokkeert en frustreert de
maatschappelijke discussie over hoe we in de toekomst onze ziekenhuiszorg
moeten organiseren. Van
zorgverzekeraars, zorgaanbieders en dokters mogen we verwachten dat ze over hun
eigen schaduw heen springen en samenwerken aan de toekomst van de zorg. De
grenzen van huidige verbanden en organisaties zouden daarvoor niet leidend
moeten zijn.
Reacties
Een reactie posten